opdrachtgever
Boechout
functie
bibliotheek
bouwsysteem
traditioneel
fotograaf

nATUUR IS OVERAL

Natuur is overal
Haar invloed zie je terug in elke uiting van creativiteit. Mensen imiteren de natuur . Ze hebben van de bomen geleerd te bouwen.De natuur staat centraal bij het nabootsen en staat zonder meer centraal in de beeldspraak. Het heeft de kenmerken en bestanddelen voor beschouwingen van helderheid, hardheid en hooghartigheid; de kalmte van de zee, het geluid van de golven, het vormen van het land en de stemming van de  seizoenen. Natuur is aanwezig in de dichtkunst van de dichters en zeker aanwezig in de dichtkunst van een gedicht. Het heeft haar naam geleend aan alles wat echt lijkt; het is de bron van emoties, stemmingen en het hart van tijd en ruimte. Veel van deze emoties door de natuur gegeven zijn niet tastbaar; het verstrijken van de tijd te zien aan de kleurveranderingen van de natuur, de bergen en de lucht, het filteren van het licht door de wolken, de maan en de zonsondergang. De aanwezigheid van al deze niet tastbare situaties wordt gevoeld door de invloed op ons door de tastbare elementen van de natuur ( bergen, lucht, zee, dalen, dieren en organismen. Natuur is in zekere zin niet te rangschikken omdat het overal betrekking op heeft en het eerste vereiste voor het bestaan en het groeien van de dingen.

Het is de reden van elke vervorming , terwijl het op hetzelfde moment de verstopplaats is van het duistere, het woud van het onbekende. Het behoort tot het tastbare en het ontastbare. Het altijd aanwezige en niet definieerbare van de natuur  maken het nodig dat de discussie over de natuur alle uitingen van creativiteit omvat , het tastbare of niet tastbare. Het onderwijskundig potentieel van de natuur in het visuele ruimtelijke en constructieve maken het mogelijk het onder het tastbare te laten vallen. Er moet opnieuw belangstelling komen voor de tastbare ingrediënten van de natuur omdat de stemming, de gevoelens  vastgegrepen moeten worden door de onderzoekende architect die tegengif moet zijn in de tegenwoordige tijd  van krankzinnigheid van de gecreëerde omgeving.

Mensen in het bijzonder primitieve mensen, leven verstandig met de natuur. Enkele grote werken van kunst, dichtkunst, literatuur en architectuur zijn de resultaten  van  onze onvoorwaardelijke liefde en het verlangen naar een samengaande relatie met de natuur. Er waren tijden dat deze liefde de vorm aannam van kunstbewegingen, zoals dit bekend is van de romantiek in kunst en architectuurhistorie.

De bibliotheek
Naast woordcultuur is er de beeldcultuur. De maatschappij verandert vanuit de bieb gezien aan twee kanten. De wereld van gebruikers krijgt een steeds diverser en multicultureler uiterlijk. Met als gevolg dat de verschillende belangstellingen een gestaag  uitdijend spectrum beslaan, waarmee de bieb weer terdege rekening dient te houden bij het bepalen van haar aanbod. Bibliotheken zijn de knooppunten geworden van de informatienetwerken. Daarom is in de eerste plaats de baliefunctie van de bibliotheken van belang; de taak om mensen te adviseren . Mensen hebben informatie nodig over datgene wat ze vinden. Ze hebben info nodig voor de info waarmee ze worden geconfronteerd. De culturele functie van het centrum is heel belangrijk in de stedelijke maatschappij. Bibliotheken zullen een meer sociale functie krijgen. De bieb wordt een plek waar je elkaar ontmoet, een plaats om je te verpozen en je te vermaken. De kans zich in de nabije toekomst te profileren als stuurman in de informatiestroom mogen de bibliotheken niet voorbij laten gaan.

Ontwerp
In het ontwerp zijn het maken van een compacte bibliotheek en de oriëntatie op een visuele as als binding tussen landschap en dorp  belangrijke thema’s. Het gebouw vormt een scharnier tussen landschap en dorp en vloeit voort uit de plaatselijke situatie. De organische vorm voegt zich naar de stedebouwkundige eisen en gegevenheden van de locatie. Door de dynamische verschijningsvorm van de bibliotheek zet het gebouw de  beweging van het landschap voort. Waar deze dynamische beweging het plein plaatselijk vernauwd ontstaan geen straten op het plein maar overgangsruimtes die het plein intact houden en het karakter en identiteit van de intermediair tussen landschap en dorp versterkt. Zo is ook het monument opgenomen in het stiltegebied van het plein.

Door het gebouw in de hoogte te ontwikkelen maakt het zich los van zijn omgeving en blijft het grondgebruik beperkt. De dynamische vorm zorgt ervoor dat de richtingen en hoogten van de volumes met elkaar verenigd worden. De grote beweging en lange doorzichten kenmerken het gebouw evenzeer als de aaneenschakeling van plekken met verschillend karakter. Ruimtelijke doorzichten maken de verschillende lagen en functies van het gebouw en hun onderlinge verbindingen zichtbaar. De ruimtelijke geleding zorgt voor zichtlijnen van binnen naar buiten. De zichtlijnen en visuele beleving tussen buiten en binnen zijn zeer belangrijk en blijken uit het feit dat de buitenwanden zijn opgebouwd uit boeken- en cd-kasten waarin zich ramen bevinden als een kijk op de wereld en de grote glasoppervlakken als panorama van de omgeving. De bibliotheek moet aan een kant open en uitnodigend zijn maar vanwege het beheer van boeken ook veilig en besloten. De publieke ingang tot het gebouw komt uit in de jeugdafdeling. De entree bevindt zich aan de binnenzijde van de bibliotheek waar de vormen samensmelten. Er is een aparte entree ten behoeve van het polyvalent lokaal gesitueerd in verband met de nevenfuncties van dit lokaal zodat dit afzonderlijk te gebruiken is. Het polyvalent lokaal vormt samen met de leeszaal een ontmoetingsruimte in het hart van het gebouw.

Op nivo 0 bevindt zich een gedeelte van de jeugdafdeling met de uitleenbalie. Op nivo -1 bevindt zich het andere gedeelte van de jeugdafdeling met de vertelhoek voor jonge kinderen. Deze is gesitueerd op een teruggetrokken plek wat de kinderen een geborgen gevoel geeft. De combinatie van geborgenheid met de lichtinval maakt het voor de kinderen een spannende ruimte. De jeugdafdeling op nivo -1 gaat over in de audiovisuele middelen afdeling. Er is visueel contact mogelijk tussen beide jeugdafdelingen. Vanuit het polyvalent lokaal is er toegang tot de buitenruimte welke betrokken kan worden bij de diverse nevenactiviteiten. De buitenruimte wordt gevormd door het schuine vlak van nivo -1 dat langzaam omhoog loopt. Op nivo 1 bevindt zich  de volwassenenafdeling en het informatie en begeleidingscentrum met een besloten  buitenruimte. Er bestaat  een vanzelfsprekende samenhang tussen de verschillende ruimtes  elk met een eigen karakter. Dit komt tot uiting in de inrichting, overgangen, functionele opbouw van de specifieke gebieden en de materiaalkeuze in relatie tot gebruik. De dagelijkse realiteit moet in de beleving van het gebouw vertaald worden met behulp van thema’s en associaties. De totaalindruk van het gebouw is een introvert gebouw dat rust biedt aan de gebruikers, zich opent naar het dorp en de richtingen van het gebied in zich opneemt.

© archiview all rights reserved