circulair ontwerpen
Het opdrachtgeversforum in de bouw en CB’23 zeggen circulair bouwen betekent het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden en infrastructuur, zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Bouwen op een wijze die economisch en ecologisch verantwoord is en bijdraagt aan het welzijn van mens en dier. Hier en daar, nu en later. En een circulair bouwwerk is ontworpen en uitgevoerd volgens circulaire ontwerpprincipes en/of gerealiseerd met circulaire producten, elementen en materialen.
Op zich is het niet nieuw IFD (industrieel, flexibel en demontabel bouwen) is hier al een voorloper van en de overheid heeft met het integraal ketenbeheer 30 jaar geleden al geprobeerd om de kringlopen te sluiten, duurzame energiebronnen te gebruiken, natuurlijke systemen en triple E te ontwikkelen. En toch is het moeilijk om integraal te denken en te werken terwijl dat de basis is om daadwerkelijk circulair te gaan bouwen.
Dat betekend dat willen we een economisch systeem van gesloten kringlopen waarin grondstoffen, materialen, objecten, onderdelen, componenten en elementen op verantwoorde manier worden gemaakt of samengesteld, zij hun waarde zo min mogelijk verliezen, afval word voorkomen, een optimale levensduur hebben en hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt. Dan staat systeemdenken hierbij centraal. Circulair ontwerpen ondersteunt dit systeemdenken en is meer dan alleen recycling of het hergebruik van elementen uit de B&U bouw of infra.
Bij circulair ontwerpen voeg je waarde toe (“waardecreatie”) aan de gebruikte materialen, componenten, elementen en grondstoffen om te komen tot een bouwwerk en dat betekent dat we nu circulaire componenten moeten gaan maken.. Circulair ontwerpen is, in het proces, het regisseren van elementen en het organiseren van vertrouwen, samenwerken en innoveren en verantwoordelijkheid nemen om componenten en grondstoffen terug te nemen om ze weer in te zetten voor nieuwe gebouwen.
SYSTEEM DENKEN BINNEN HET BOUWWAARDEMODEL IS DE SLEUTEL: Het gaat bij het bouwwaardemodel om systeemdenken. Het is een benadering die tracht overzicht van het geheel te behouden, in plaats van zich te concentreren op afzonderlijke onderdelen. Bij de ontwikkeling zoek je naar vaste patronen in het bouwproces om die waar nodig te doorbreken met een blijvende oplossing in plaats van probleemoplossend te handelen.
Het is integraal, strategisch en tactisch van aard en een goede ‘praatplaat’ voor elk bedrijf en/of team in de B&U- en infrasector om aan te kunnen geven wáár in het proces men staat, welke impact je wil maken, welke handelings-perspectieven er zijn, welke rol en verantwoordelijkheid met moreel kompas men wil nemen, welke attitude men heeft, waar hun producten (in verschillende levensfases) zich bevinden, hoe deze te demonteren zijn en gereed zijn voor adaptatie in de keten.
Vanuit het “oude” denken zien we rolhouders en partijen als duidelijk omschreven met vaste taken. Bij circulair bouwen zijn die rollen niet zo eenduidig. Bij het bouwwaardemodel staan de rollen en met name de gebruiker centraal en dat betekend dat je in de vroege initiatieffase de ketenpartners en samenwerkings-verbanden in het bouwproces al snel kan identificeren. Het stimuleert co-creatie en het komen tot een integraal bouwwerk. Rollen kunnen gespiegeld zijn of aan beide zijde van de piramide opereren. Als je het gedachtegoed achter het bouwwaardemodel gebruikt dan weet je waar je impact kan maken en waar je handelingsperspectief ligt.
Het bouwwaardemodel geeft inzicht in de verschillende methodieken en tools die er zijn voor circulair ontwerpen. Bij circulair ontwerpen staat het functioneel (of bewust functieloos) ontwerpen centraal. In een ideale circulaire economie, moet vanuit de behoefte van een gebruiker worden geredeneerd. We ontwerpen voor gebruikers en dat betekend dat we in het proces denken van boven naar beneden en werken het uit van beneden naar boven.
Adaptiviteit is het aanpassingsvermogen van een bouwwerk. In het bouwwaarde model zijn adapativiteit (Schmidt) en levensduur (Stewart Brand) sterk verankerd. Daarnaast opereert het bouwwaardemodel op de hoogste niveau (refuse-rethink-reduce) van het 10-R model. Het heeft daardoor een grote impact op duurzaamheid en circulariteit. Vaak denken we bij adaptiviteit aan ruimtes en functies. Maar ook door gebruik te maken van adaptieve componenten of knooppunten is veel waarde te realiseren.
Wanneer we circulair ontwerpen dan denken we aan adaptieve componenten die we aan elkaar koppelen door middel van adaptieve knoopunten. Adaptieve componenten die onafhankelijk van andere componenten kunnen worden vervangen of aangepast.
Adaptieve knopen zijn bij de circulair bouwen essentieel omdat deze bepalen hoe snel componenten uit elkaar kan halen maar ook omdat de knopen in tegenstelling tot componenten van “niemand” zijn.
Producenten– of leveranciersverantwoordelijkheid is een belangrijke factor om impact te maken met circulair bouwen. Dit betekend dat de producent organisatorisch verantwoordelijkheid in de keten neemt en zijn componenten gereed maakt voor terugname in zijn keten.
Elke rol of actor in het bouwwaardemodel hebben een natuurlijke positie ten opzichte van elkaar. Het gaat om een zelflerende organisatie waar samenwerking, gunnen, waardecreatie, expertise en innovatie leidend zijn. Dat betekent ook dat het een samenhangend sociaal systeem is. De actoren proberen vraagstukken te begrijpen door te zoeken naar verbanden en onderliggende patronen in de samenwerking tussen.
Dat betekent ook dat de ene keer een rol aan de linkerzijde van de piramide staat en andere keer aan de andere kant. We noemen dit spiegelende rollen. Alle actoren van het systeem hebben recht op een plek in de piramide. Als een rol wordt genegeerd of uitgesloten, of als iemand zijn plek niet neemt, dan raakt het systeem verstoord en zal het een nieuw evenwicht zoeken. Dat betekent dat het bouwwaardemodel meer gaat over het organiseren en acteren dan over techniek.